Doelstelling
ORBIT vzw wil bijdragen aan het keren van racisme en discriminatie in de individuele levenssfeer en in maatschappelijke instellingen.
ORBIT visie
1. Voor ORBIT vzw hebben racisme, islamofobie, antisemitisme… een gemeenschappelijke bedoeling: ongelijkheid tussen individuen en/of groepen realiseren of legitimeren. Ze zijn de dienstknechten om aan een bevoorrechte groep kennis, invloed en goederen toe te delen. Het zijn factoren van macht om onderscheid te maken tussen mensen. Zodoende worden ze gebruikt om hij/zij die niet tot mijn ‘ras’ of ‘groep’ behoren, te vernederen.
2. Racistisch gedrag is een individuele aangelegenheid (het gebeurt tussen mensen), maar kan ook institutionele vormen aannemen (het zit ook in maatschappelijke structuren). We vinden racisme terug in de ideeën, gedragingen en zelfs de natuurlijke gevoelens van individuele burgers én in het samenlevingsbeleid. Racisme, islamofobie en antisemitisme zijn vormen van onderdrukking en uitsluiting die hoofdzakelijk manipuleren op basis van zichtbare/schijnbare tekenen van verschil op het niveau van de menselijke buitenkant.
3. Mensen worden niet met racistische uitspraken en gedragingen geboren. Mensen ontwikkelen racistisch gedrag. Een racistische benadering van mensen wordt sterk bepaald door hun opvoedingsgeschiedenis en de geschiedenis van het continent, het land, de regio waar ze zijn opgegroeid. Racisme is een wereldwijd fenomeen dat we telkens moeten verstaan vanuit de sociaal-culturele en economische context.
4. Racisme is elk gedrag, alle wetten en reglementen, alle ideeën, en handelingen… waarbij mensen andere mensen ongelijk behandelen of beoordelen
op basis van hun etnisch-culturele afkomst en hun uiterlijke kenmerken in plaats van op hun mens-zijn.
5. In Europees perspectief mogen wij nooit de historische verantwoordelijkheid in de ontwikkeling van en de verspreiding van het racistisch denken en handelen vergeten.
6. Bovendien willen wij hier vermelden dat – bij uitbreiding – islamofobie en antisemitisme gelijkaardige fenomenen zijn – waarbij respectievelijk moslims en joden, ongelijk behandeld en beoordeeld worden op basis van hun levensbeschouwelijke afkomst en hun uiterlijke kenmerken, i.p.v. op hun mens-zijn.
7. Racistische beeldvorming en competenties worden doorgegeven in het opvoedings- en socialisatieproces. Iedereen van ons heeft dat proces doorlopen en is wezenlijk drager van deze beeldvorming en attitudes door zijn/haar opvoeding en scholing.
8. Mensen die racistische uitspraken doen of gedragingen stellen doen dat meestal in het kader van een overlevingsstrategie die wordt ontwikkeld om een antwoord te geven op ervaring(en) van gemis, van vernedering, of van de onmacht om stand te houden in het leven of om de eigen situatie te verbeteren. De overlevingsstrategie wordt ontwikkeld om een betere woon- , werk – of algemene leefsituatie te bepleiten of te bereiken. Het ongenoegen op een racistische wijze uitspreken geeft opluchting aan de betrokkene, maar lost in feite niets op.
9. We kiezen er principieel voor om respectvol en redelijk – en dus niet emotioneel en agressief – te reageren op personen of instanties die racisme uiten, om het gemis te leren kennen en eventueel eraan tegemoet te komen / het racisme te keren en het kwetsende effect te neutraliseren. We stellen ons m.a.w. eerder op als bondgenoot dan als (ideologische) tegenstander, zonder het racisme te aanvaarden of goed te keuren. We maken een onderscheid tussen de persoon en zijn uitingen van racisme.
10. Voor wat betreft het structurele racisme hanteren we een meer juridische benadering en hebben we wettelijke middelen om situaties aan te klagen. We willen daarbij niet uit het oog verliezen dat het gerechtelijk bestraffen van daders van racistische misdrijven ook een educatief component moet bevatten. Anders heeft de juridische benadering maar een beperkte meerwaarde.
Lees hier welke initiatieven ORBIT vzw neemt om structureel en alledaags racisme aan te pakken.