Doelstelling
ORBIT vzw wil de effectieve en systematische ‘ontmoeting in verscheidenheid’ bevorderen tussen personen en groepen van verschillende etnisch- culturele achtergrond, religie en levensbeschouwing.
ORBIT Visie
ORBIT wil intercultureel, interreligieus en interlevensbeschouwelijk werken vanuit de visie van de intercreatieve samenlevingsopbouw.
1. Mensen, met hun verschillende levensbeschouwelijke en culturele identiteiten , als ingezetenen of inwijkelingen, moeten samen toekomst kunnen maken in de feitelijke multiculturele en –multireligieuze/multilevensbeschouwelijke samenleving. Culturele en levensbeschouwelijke diversiteit is een grote troefkaart voor Vlaanderen en daagt uit tot een interactie en samenwerking voor de kleine en grote vraagstukken waarvoor burgers en instellingen staan.
2. Individuen en (cultuur)gemeenschappen, die deel uitmaken van de samenleving, dragen een basisverantwoordelijkheid in de opbouw ervan. Nieuwkomers worden niet beschouwd als hulpbehoevende en aan te passen mensen, maar als personen die de potentiële rijkdom hebben om mee vorm en inhoud te geven aan de samenleving.
3. De intercreatieve samenlevingsopbouw wordt mogelijk gemaakt door het perspectief van de mensenrechten, de rechtvaardige maatschappelijke verhoudingen en een toestand van duurzame vrede. ORBIT erkent het recht op culturele en levensbeschouwelijke eigenheid van de (cultuur)groepen/gemeenschappen en de individuen die er deel van uitmaken, vanuit de nood aan samenwerking en met het oog op het welzijn van iedereen. De identiteitsontwikkeling moet in relatie staan tot een actieve uitwisseling in diversiteit.
4. Als voorstanders van dit interculturele samenlevingsmodel beogen we een maatschappij, waarin de verschillende individuen, (cultuur)groepen en subculturen zoveel mogelijk tot hun recht komen. In dit samenlevingsmodel nemen alle cultuurgroepen volwaardig deel aan de maatschappelijke dynamiek, met respect en bekommernis (1) voor elkaars culturele en levensbeschouwelijke identiteit en ontplooiingskansen en (2) voor de mensenrechten.
5. Dit veronderstelt een klimaat van verdraagzaamheid, waarbij de aanwezigheid en levensbeschouwelijke en/of religieuze uitingen vanuit een democratisch en humanistisch oogpunt worden getolereerd. Het veronderstelt ook dat er belangstelling, weetgierigheid en nieuwsgierigheid bestaat of ontstaat voor de leef- en denkwereld, de waardesystemen en de ethische uitgangspunten van de ander.
6. Een intercreatieve aanpak inzake de interreligieuze en interlevensbeschouwelijke dialoog kan niet worden opgelegd. De burgerlijke overheid heeft echter wel de verantwoordelijkheid om hiervoor de gunstige voorwaarden te scheppen. Zij kan die aanpak ook concreet omzetten in de eigen bestuurscultuur. Het middenveld, de educatieve centra en het onderwijs, hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid om deze kwestie met beide handen vast te pakken en op de prioritaire agenda te zetten. Burgers mogen worden opgeroepen actief te participeren aan een intercultureel, interlevensbeschouwelijk en interreligieus aanbod.