Terwijl in de kranten stond dat Europa Libië wil omtoveren tot een ‘veilige’ zone voor het repatriëren van vluchtelingen en migranten, probeerde AMOS, de werkgroep rond asiel en migratie van ORBIT vzw, in het kader van haar campagne enkele positieve punten in het regeerakkoord van deze regering onder de aandacht te brengen. Dat lijkt op het eerste oog misschien een tegenstelling.
Waarom nam AMOS tijdens haar campagnemoment het regeerakkoord nog eens onder de loep? De organisatie wil onder meer stilstaan bij een oplossing voor mensen die niet vrijwillig kunnen terugkeren naar het land van herkomst, maar die buiten hun eigen wil om ook niet gedwongen gerepatrieerd kunnen worden. En juist in dat regeerakkoord heeft de regering beloofd een oplossing voor deze groep te vinden. Tot nu toe bleef die oplossing uit, en zijn deze mensen veroordeeld tot de straat. Samen met de organisatie INLIA (Internationaal Netwerk voor Lokale Initiatieven voor Asiel) in Nederland, weten we uit ervaring dat voor niemand goed is. Tijd om eens te kijken hoe deze belofte uit het regeerakkoord alsnog waargemaakt zou kunnen worden.
Op straat is geen oplossing
De groep mensen die de regering in het regeerakkoord voor ogen heeft, zijn mensen die niet terug kunnen om juridische of administratieve redenen. Ze hebben geen nationaliteits- of identiteitsdocumenten en kunnen die ook niet krijgen van de autoriteiten van het land waar ze geboren zijn of voordien verbleven. Reisdocumenten worden hen door die autoriteiten ook geweigerd. Dat betekent dat ze België niet op legale wijze kunnen verlaten. Vaak belanden ze in de gesloten centra voor mensen zonder wettig verblijf, maar na enkele maanden staan ze weer op straat. Letterlijk. Er zijn een klein aantal initiatieven in België die zich willen inzetten voor deze groep, zoals de JRS (Jesuit Refugee Service). JRS neemt het op voor deze mensen met het project ‘Up Together’. Zij werken samen met verschillende vrijwilligers in de detentiecentra voor mensen zonder wettig verblijf. Ze zien elke keer opnieuw welke gevolgen het psychisch, fysiek en materieel heeft als mensen op straat moeten leven, zonder uitzicht op een menswaardige oplossing. Ze begeleiden nu een 14-tal mensen die niet terug kunnen en zetten daar 22 vrijwillige begeleiders voor in (vooral in het Brusselse). Ze doen hun best voor deze mensen, maar weten ook dat er nog heel veel politiek lobbywerk nodig is om aandacht te vragen voor een juridische oplossing.
Bed, brood en bad
Het ligt helaas niet zo in de lijn van het huidige beleid om na te denken over hoe je een groep mensen hier legaal kan laten blijven. INLIA, die heel wat ervaring heeft opgedaan met mensen in deze situatie, legde ons uit dat je niet met de overheid moet gaan praten over het humanitaire aspect, maar eerder moet aankaarten dat de overlast die de samenleving van deze mensen zou kunnen ervaren, beter opgevangen of opgelost zou kunnen worden. Samen met de lokale kerken ijvert INLIA bij de verschillende gemeentes voor opvang van deze mensen. Hun uitgangspunt is dat de straat voor niemand een oplossing.
Ondertussen overtuigden ze verschillende lokale gemeentes om onderdak te bieden aan deze mensen in hun regio via de formule BBB (Bed, Brood en Bad). In overleg met IND (de Nederlandse DVZ, Dienst Vreemdelingenzaken) en na een serieuze screening, geven ze opvang aan mensen wiens verblijfssituatie onduidelijk is of waarvoor terugkeer op dat moment geen oplossing is. Het gaat dan om mensen die niet terug kunnen, die in een lopende procedure zitten, of die om medische redenen voorlopig niet uitgezet kunnen worden.
Als mensen rust en ruimte ervaren doordat ze zich geen zorgen hoeven maken over of er vanavond eten op tafel of een dak boven hun hoofd is, dan krijgt de begeleiding meer mogelijkheden om beter zicht te krijgen op wat mensen belemmert om aan een oplossing te werken. Daardoor presteren de BBB-projecten beter wat betreft het realiseren van oplossingen dan de overheidsinitiatieven, zo tonen de cijfers. Er zijn meer mensen die uiteindelijk toch terugkeren, maar ook meer mensen die via een procedure een verblijfsvergunning krijgen en daardoor niet meer op straat hoeven leven.
AMOS doet een voorstel
Het initiatief van INLIA laat zien dat er alternatieven zijn. AMOS houdt de regering dan ook graag aan haar belofte uit het regeerakkoord om te werken aan oplossingen voor mensen die niet vrijwillig kunnen terugkeren. Voor deze groep heeft AMOS een voorstel voor een wetsontwerp gemaakt, op basis waarvan bepaald kan worden of mensen de mogelijkheid hebben en alle inspanningen doen om reisdocumenten te krijgen waarmee ze vrijwillig terug kunnen keren. Als terugkeer niet mogelijk is, kunnen ze met de bewijstukken die dat aantonen, een aanvraag doen tot verblijf op basis van dit wetsartikel 9x. De 25 deelnemers die aan de werktafel van AMOS aan dit voorstel werkten, hopen dat deze regering de moed heeft dit artikel te aanvaarden en op te nemen in de migratiewetgeving. De regering heeft nog twee jaar de tijd om haar beloftes na te komen. Wanneer beginnen we eraan?
Tetty Rooze is vrijwilligster bij ORBIT vzw en is actief rond het thema asiel en migratie.