ORBIT stafmedewerker Thomas Peeters volgt sinds 2012 kettingmails over asielzoekers, moslims en mensen met migratieachtergrond op. Met slechts één doel: de online verspreiding van kwetsende en foute beeldvorming tegengaan. Recent probeerde hij een nieuwe aanpak uit om de ketting van haatverspreiding te doorbreken. Want ‘de afzenders hun vet geven, dat werkt niet’, zegt hij.
Brussel, september 2015 – Sinds ORBIT begin 2012 de aanmelding van racistische kettingmails systematisch begon te registreren, tellen we er meer dan 300. Het is best wel schrikken hoeveel – en hoe snel! – die foute, kwetsende informatie in mailboxen de ronde doet. Aan creativiteit is er op dit domein echt geen gebrek. Dat illustreren de meer dan 180 verschillende kettingmails die ORBIT reeds ontving. De “haatindustrie” draait op volle toeren.
Aan de oorsprong van de ketting ligt vaak een bewuste strategie. De auteur die de ketting oplegt en het bericht samenstelt wil een politieke boodschap overbrengen. Het aantal e-mails met foute informatie laat daar geen twijfel over bestaan: het doel heiligt de middelen. De auteurs van kettingmails gaan daarbij heel bewust te werk. Hoe geloofwaardiger en opruiender een bericht, hoe beter. Zij het dat ze daarvoor een aantal elementaire regels van de journalistiek aan hun laars lappen: foute bronvermelding, uit de context gerukte feiten, overdrijving, eenzijdige berichtgeving, dreigende lettertypes, enz.
Gesprekken met mensen die op ‘doorsturen’ klikken, geven echter een ander beeld. De meeste burgers die racistische kettingmails aan hun vrienden sturen, zijn geen verbeten racisten of politieke strategen. Meestal willen ze vooral een bezorgdheid delen. Ze beseffen ze niet (of te laat) dat de berichten niet stroken met de werkelijkheid of stigmatiserend zijn. Emoties halen de bovenhand. ‘Zoiets ergs’, dat moet iedereen weten!
Het is daarom dat ORBIT ervoor kiest een bondgenotenstrategie te hanteren. We starten in onze reactie niet met verwijten (‘Hoe durf je zoiets te sturen!’. We proberen eerst bondgenoot te worden van degenen die de boodschap uitsturen. Bondgenoot worden is: eerst en vooral goed luisteren naar wat bij de afzender leeft, tijd en ruimte geven voor dialoog over de échte verzendredenen. We proberen te weten wat de motivatie was om het bericht te sturen en wat hen bezorgd maakt. We stellen vast dat dit meer uithaalt dan enkel maar ‘verwijderen’ of verwijten. De verspreiding van de racistische e-mail wordt geremd.
Wanneer iemand ons een kettingmail aanmeldt, proberen we de aanmelder warm te maken om op de afzenders te reageren vanuit een bondgenotenstrategie. Dus een bericht te sturen met een simpele vraag over het hoe en het waarom van het sturen van de haatboodschap.
Begin 2015 stelde ik echter vast dat weinig aanmelders effectief een verbindend en bevragend antwoord naar de afzender sturen. Ze hebben daar allerlei redenen voor: “Ik heb geen tijd”, “Wat zal de afzender wel denken over mij?”; “Ik wil de afzender niet kwetsen”; “Hij zal tóch niet veranderen”; “Ik wil het debat met de afzender niet aangaan”. Anderen sturen een antwoord dat de goede kant opgaat maar waar toch ook nog een verwijt doorklinkt: “Waarom stuur je me toch zo’n mails toe?” of “Ik wil geen racistische e‑mails meer van je krijgen”. Ondertussen blijft de verzender doordoen. De kettingmails blijven maar binnenstromen. Daarom besloot ik het over een andere boeg te gooien. Met de toestemming van één van onze aanmelders schreef ik zelf een antwoord naar de afzender. We noemen hem in dit stuk Wouter. Wouter had een e-mail doorgestuurd over moslims, een typevoorbeeld van e-mails die ik wel vaker toegestuurd krijg. Uit mijn opzoekingswerk bleek dat die mail berustte op heel wat foute informatie. Het stigmatiseringsgehalte was bijzonder hoog: veralgemening, religie als enig verklaringsmodel voor gedrag, enzovoort. Ik repte daar in mijn eerste e-mail echter met geen woord over. Toegegeven, het kriebelde wel. Ik had de feiten in mijn voordeel, de e‑mail was zonder meer racistisch en zeer subjectief, en ik was sterk verontwaardigd. Ik zou de afzender dus ‘zijn vet kunnen geven’ door een massa tegenargumenten op hem los te laten. Ik weet echter dat zo’n reactie de ketting die de haat probeert te verspreiden nog gesmeerder zal doen lopen. Wouter zal nog meer hatelijke boodschappen forwarden. Ik heb gekozen voor een andere weg.
Zoals vaker als emoties de bovenhand dreigen te nemen, moest ik mijn antwoord meermaals herschrijven om er de angel uit te halen. Ik liet de e-mail enkele minuten rusten en herlas hem met een frisse blik. Uiteindelijk bleef dit stukje tekst over: “Via x kreeg ik van u onderstaande e-mail opgestuurd. Ik ben benieuwd te weten wat u zelf over de inhoud van dit bericht vindt. Kunt u me ook zeggen met welke bedoeling u het doorstuurde? Alvast bedankt voor uw antwoord!” Niet meer, niet minder.
Na enkele dagen kreeg ik antwoord. En meteen een genuanceerder beeld van Wouter. Hoewel hij enkele vooroordelen heeft over bepaalde bevolkingsgroepen, is hij betrokken bij een vluchtelingenorganisatie. In de daarop volgende mailwisseling bleef ik de concrete leefwereld van Wouter bevragen. Na enkele e-mails heen en weer slaagde ik erin om ook mijn bezorgdheid over de kettingmail te uiten. . En kijk, Wouter stemde toe kettingmails over asielzoekers, moslims, Roma, joden… eerst naar ORBIT te sturen voor analyse. Pas nadien zou hij ze eventueel nog naar zijn persoonlijke contacten doorsturen. Sinds die dag meldde Wouter me verschillende kettingmails. Van “verspreider” is Wouter verveld tot “aanmelder” van kettingmails. Zijn contactpersonen krijgen geen opruiende en leugenachtige e-mails meer over moslims en asielzoekers. Onze dialoog is nog niet rond, maar de toon van een open, constructieve uitwisseling is gezet.
Is Wouter een uitzondering? Ik ben overtuigd van niet. Ik sta op de digitale uitkijk om – met toestemming van andere aanmelders – dezelfde aanpak opnieuw te starten. Stap voor stap kunnen we zo de ketting van onbegrip en stigmatisering laten breken.
Ondertussen speel jij, lezer, een sleutelrol. Door kettingmails aan te melden én door af en toe zelf de dialoog aan te gaan met een afzender, kan je veel betekenen voor een klimaat van verdraagzaamheid in onze samenleving. Je kunt dat wellicht niet bij iedereen, choose your battle, maar het is de moeite waard. In de huidige context van normalisering van racistische denkbeelden kan jouw reactie veel betekenen. Wij willen je daar in ondersteunen. Doen!
Thomas Peeters – ORBIT stafmedewerker racisme & diversiteit thomas@orbitvzw.be
(*) ‘iemand zijn vet geven’ betekent ‘iemand stevig de waarheid zeggen, iemand de mantel uitvegen’ en soms zelfs ‘iemand een pak slaag geven’. (bron: http://tinyurl.com/nf97g56)
Een e-mail gekregen over moslims, joden, christenen, Roma, asielzoekers, allochtonen, mensen zonder wettig verblijf…? Meld ze via haatmails@orbitvzw.be . In alle discretie geeft ORBIT je achtergrondinformatie en advies.
Meer info over onze aanpak: www.haatberichten.be