ORBIT roept sociaal werkers wakker, nu de grondrechten onder druk staan.
Brussel, 17 maart 2015 – Het is vandaag ‘Internationale dag van het sociaal werk’. In Vlaanderen is daar weinig aandacht voor. Ten onrechte, vinden Hilde Geraets en Didier Vanderslycke, maatschappelijk assistenten en actief in ORBIT vzw. Zij stellen vast dat sociaal werkers aangezet worden om bepaalde hulpvragers eerst te screenen, maar even te beluisteren en om ze vervolgens bewijslast op te leggen of door te verwijzen. De meest kwetsbaren delven zo het onderspit. Vaak zijn dat mensen in armoede en zonder papieren. Niet zelden komen ze bij vrijwilligersgroepen terecht. Tijd voor een wake up call voor sociaal werkers met deze ethische oproep. ‘Want sociaal werkers willen geen buitenwippers of terugkeer-assistenten zijn’.
Hulpverlenen in superdivers Vlaanderen
Niet alleen in Vlaanderen, maar wereldwijd worden sociaal werkers dagelijks geconfronteerd met hulpvragen van kwetsbare groepen. Ze horen hulpvragers te ontvangen en te beluisteren. Meestal is dat van aangezicht tot aangezicht’, soms in groepsverband. In superdivers Vlaanderen zijn de hulpvragers meer dan ooit mensen van overal en in allerhande verblijfsstatuten. Een aantal zonder papieren of in een precaire verblijfsituatie. Het behoort tot het wezen het sociaal werk, dat elke hulpvrager zijn hulpvraag zonder onderscheid en in alle vrijheid moet kunnen aanmelden en verwoorden. De hulpverlening kan daar veelzijdig mee omgaan. In elk geval streven sociaal werkers minstens de realisatie van de sociale grondrechten na. Dat is vandaag niet meer evident.
Professionaliteit komt in het gedrang
Sociaal werkers staan vandaag onder druk. Ze klagen erover dat ze niet alle hulpvragers gelijk kunnen of mogen behandelen. Er zijn effecten van besparingen en tijdsdruk. Op sommige hulpvragersgroepen hangt een etiket vol negatieve beeldvorming. Bovendien wordt ‘de responsabilisering van de hulpvrager’ meer het uitgangspunt. Door middel van extra voorwaarden en opdrachten worden drempels opgeworpen, die de toegang tot de grondrechten bemoeilijkt.
Een paar voorbeelden.
- Een maatschappelijk assistent stuurt iemand in hoge medische nood wandelen met een waslijst te verzamelen bewijsstukken van behoeftigheid. Binnen de vier dagen moeten die er zijn. Geen (ziek) mens kan daar alleen aan tegemoet komen. Met assistentie van vrijwilligers lukt het soms wel. En toch wordt de hulp geweigerd.
- Hulpvragers spreken gebrekkig Nederlands en worden daarom door de sociaal werker niet beluisterd. ‘We hebben geen tijd om ons daar ook nog eens mee bezig te houden’.
- Een sociaal werker neemt wél tijd voor zijn cliënten met een precair statuut, maar wordt scheef bekeken door zijn leidinggevende die ‘orders kreeg van het bestuur om vooral te investeren in de hulpvragers van hier’.
- Cliënten zonder papieren worden pas geholpen door de sociaal werker als ze willen tekenen voor een vrijwillige terugkeer naar het land van herkomst.
Er zijn grenzen
Sociaal werkers horen ‘kritisch, objectief en genuanceerd’ hun beroep uit te oefenen. De menselijke waardigheid en de sociale grondrechten staan daarbij altijd voorop. Zij beschikken over een discretionaire en creatieve handelingsruimte om een hulpvraag te beantwoorden. Als een organisatie, instelling of overheid opdraagt de grondrechten te ontzeggen aan bepaalde hulpvragers, dan wordt een grens overschreden. Een maatschappelijk assistent kan dat niet aanvaarden omdat het ingaat tegen zijn professionaliteit.
Sociaal werkers willen de bestaande wetgeving respecteren. Maar de overheid en bestuurders moeten beseffen dat het de taak is van een sociaal werker om wetten, regels en maatregelen die niet bijdragen tot de realisatie van een sociaal grondrecht , te signaleren als disfunctioneel.
Geen buitenwippers of terugkeer-assistenten
Als hulpvragers willen mensen – met en zonder wettig verblijf – sociaal werkers kunnen ontmoeten op basis van vertrouwen. En dat in een veilig kader om te werken aan toekomstgerichte oplossingen. Daarom kan niet gevraagd worden dat ze de rol spelen van een buitenwipper of een terugkeer-assistent. De vertrouwensrelatie met de hulpvragers is essentieel.
In de aanloop naar deze Internationale dag van het Sociaal Werk, heeft ORBIT vzw de ethische oproep online voorgelegd. Al meer dan 355 sociaal werkers onderschreven die. Teken hier.
Dat is een belangrijk signaal en het zal nog versterkt worden. Het is ook een expliciete vraag aan het adres van de opleidingen sociaal werk, om meer aandacht te besteden aan beroepsethiek. Het is hoog tijd dat we in Vlaanderen werk gaan maken van een beroepsvereniging van maatschappelijk assistenten. Want sociaal werk doet ertoe als de grondrechten in het gedrang komen!